Het leven op aarde is fragiel en kan zomaar voorbij zijn. Tegenwoordig beseffen we dit des te meer door de ecologische crises, die in het ongunstigste geval de aarde onleefbaar zullen maken – net zoals de wapenwedloop dat kan gaan doen. Ook onze toegenomen kennis speelt hierbij een rol. We weten bijvoorbeeld dat ook kleine kometen en asteroïden al tal van soorten kunnen doen uitsterven wanneer ze met de aarde in botsing komen. En ook als dat niet gebeurt, zal de zon er ooit mee ophouden, want net als alle sterren heeft de zon maar een beperkte levensduur. Er is berekend dat zij nog zo’n vijf miljard jaar te gaan heeft. Tegen die tijd zal ze nog één keer uitdijen en daarbij naar verwachting in elk geval Mercurius en Venus opslokken. Als de aarde dan al niet mee verzwolgen is, wordt alle leven er in elk geval weggebrand door de verschroeiende hitte. Uiteindelijk zal de zon definitief ineenstorten.

Big Crunch of Big Freeze

Trouwens, zelfs al zou de zon als lichtbron blijven stralen, dan nog houdt het universum als geheel ooit op te bestaan. Dat komt doordat we in een zogeheten uitdijend heelal leven. De kosmos is als een ballon die opgeblazen wordt, of als een cake die aan het rijzen is (Oerknal): de ingrediënten die erin zitten, komen steeds verder uit elkaar testaan (voor zover ze niet aan elkaar vastzitten door de zwaartekracht). De snelheid waarmee dat gebeurt, neemt zelfs toe. Daardoor zal de temperatuur van het universum gaan dalen. De vraag is nu of dit proces alsmaar doorgaat, of dat de rek er op een bepaald moment uit is en de beweging de andere kant op gaat, waarbij het heelal dus juist gaat inkrimpen. Maar geen van beide vooruitzichten is erg aantrekkelijk: in het laatste geval zal het universum imploderen en enorm klein, zwaar en heet eindigen; in het eerste zal het juist een ‘koude dood’ sterven (en dat zal ook gebeuren als de zwaartekracht en de uitdijende kracht elkaar precies in evenwicht zullen houden, zoals sommigen denken). Uiteraard is dit een sterk vereenvoudigde weergave van de mogelijke scenario’s. Maar of het nu zal uitlopen op een ‘eindkrak’ (Big Crunch) of op een totale afkoeling (Big Freeze), er komt een eind aan het heelal. Niet alleen alle sterren en planeten, maar zelfs de zwarte gaten zullen het begeven. Het duurt nog even, maar uiteindelijk zal het heelal ‘sterven’.

Toekomstverwachting in de Bijbel

Hoe verhoudt dit zich tot de Bijbelse toekomstverwachting? Vaak wordt een groot contrast gezien, alsof de Bijbel ons alleen maar een gouden toekomst belooft terwijl de kosmologie rampenscenario’s toont. Maar zulke rampenscenario’s vinden we ook in de Bijbel. Teksten uit Openbaring (Op. 6:12; 8:10-12), maar ook bijvoorbeeld Jesaja 13:10, Joël 3:3-4, 4:15, Matteüs 24:19 en 2 Petrus 3:10 suggereren een zeer dynamisch en bedreigend universum. De apocalyptische rampen die zich daar afspelen, verschillen natuurlijk van de huidige kosmologische voorspellingen, maar de strekking ervan is niet zo heel anders: het gaat naar het einde toe. Toen in 2019 voor het eerst een afbeelding van een zwart gat gepubliceerd werd, zei projectleider Heino Falcke dat we voor ons gevoel ‘naar de poorten van de hel kijken’ – de plek waar alle licht voorgoed in verdwijnt. Tegelijk zijn er wiskundig gezien ook ‘witte gaten’ mogelijk, die juist licht en materie voortbrengen. Kosmologen discussiëren erover of die mogelijkheid slechts theoretisch is of ook natuurkundig vastgesteld zou kunnen worden. Zijn zwarte gaten misschien zelfs verbonden met witte gaten, zodat ze een doorgang vormen naar een nieuwe bestaanswijze?

Koninkrijk van God, straks én nu?

De Bijbel spreekt met veel beelden over de toekomst van de kosmos. In al die variatie is wel een rode draad aan te wijzen: God werkt niet naar de totale vernietiging toe, maar naar een ‘nieuwe hemel en een nieuwe aarde’ (Jes. 65:17,22; Op. 21:1; Nieuwe schepping), waar gerechtigheid woont (2 Petr. 3:13) en waar geen pijn meer zal zijn (Op. 21:4). Andere Bijbelboeken spreken in dit verband over het koninkrijk van God. De Bijbel daagt zijn lezers uit om met de komst daarvan rekening te houden door de eigen levenshouding er nu al door te laten bepalen (Mat. 6:33; 24:44; 25:13). Wat in de Bijbel over de toekomst van de aarde gezegd wordt, is dus niet bedoeld als interessante informatie. Het is wel bedoeld om ons te bemoedigen, te troosten en aan te sporen: er is een onvoorstelbaar nieuwe bestaanswijze op komst. Dat uitzicht reikt verder dan wat de hedendaagse kosmologie te bieden heeft.