Gearrangeerde huwelijken

Anders dan bij ons is in het Oude Testament het gearrangeerde huwelijk het meest gebruikelijk. Bij het romantische huwelijk zoals wij dat kennen, trouwen twee mensen met elkaar omdat zij van elkaar houden. Bij het gearrangeerde huwelijk houden twee mensen van elkaar omdat zij met elkaar getrouwd zijn. In het eerste geval ligt de klemtoon op de natuurlijke aantrekkingskracht tussen twee individuen, in het tweede geval op het huwelijk als onderdeel van het bredere sociale verband van de familie en de wil van zowel partners als hun beider families om het huwelijk te laten slagen. De grote veronderstelling achter alle wetgeving rond het huwelijk in het Oude Testament is de aanwezigheid van de familie en clan als primaire sociale eenheid in de samenleving.

Een man nam ten huwelijk, een vrouw werd ten huwelijk genomen en daarmee kwam zij onder het gezag van haar man. De bruidegom betaalde een bruidsschat aan zijn schoonvader. Het Hebreeuwse werkwoord voor ‘huwen’ heeft dezelfde stam als het werkwoord voor ‘in bezitnemen’. In lijn hiermee lijkt de geslachtsdaad het moment van de huwelijksvoltrekking (Deut. 22:13-21,28-29). De huwelijkswetgeving in het Oude Testament is volledig vanuit de man gedacht. Verder is zij beknopt, in vergelijking met die van omringende volken. Zij heeft geen voorkeur voor romantische of gearrangeerde huwelijken. Ook verschilt de wetgeving niet per sociale klasse. De verhalende gedeelten maken echter duidelijk dat, zeker in het begin, het gearrangeerde huwelijk de norm was (bijvoorbeeld bij Isaak en Rebekka en bij Ismaël). Daarbij was de instemming van beide partners wel een voorwaarde (Gen. 24:58). Soms trouwde een man zonder toestemming van zijn ouders, zoals Esau met twee Hethitische meisjes (Gen. 26:34-35). Ook David en Salomo huwden vrouwen uit andere volken. Zulke huwelijken stonden onder kritiek omdat zij vaak leidden tot geloofsafval. Pas Ezra en Nehemia probeerden ze echter volledig te verbieden (vgl. Ezra 9—10 met Deut. 21:10-14).

Zonen

De belangrijkste functie van het huwelijk was dat de man zonen kreeg. Zonen waren niet alleen van belang als oudedagsvoorziening, maar ook voor het voortleven van de naam. Aangezien de opstanding van de doden pas laat in het Oude Testament deel wordt van het geloof, was dit voortleven van de naam een manier om na de dood voort te bestaan. Hoewel monogamie de norm was, was polygamie toegestaan en kwam dit met name voor bij de leiders van het volk, soms omdat zij bij hun eerste vrouw geen kinderen kregen. In dat laatste geval kon een hoofdvrouw een slavin aan haar man als bijvrouw geven (zowel bij Abraham als bij Jakob gebeurt dit, Gen. 16 en 30). De zoon die geboren werd uit deze relatie gold als zoon van de hoofdvrouw.

Overspel

Als een gehuwde vrouw seks had met een andere man, pleegde zij overspel, omdat haar man er niet op kon vertrouwen dat haar kinderen van hem waren. Had een man seks met een andere vrouw, dan bedroog hij niet zijn eigen vrouw, maar de vader of man van die ander. Op overspel
stond de doodstraf. Als bewijs waren twee mannelijke getuigen van de daad nodig en anders moest zekerheid worden verkregen door middel van een test met ‘vloekbrengend water’ (zie Num. 5:19-31).

Einde van het huwelijk

Een huwelijk eindigde door overlijden of echtscheiding. Wanneer een man zonder zoon eerder overleed dan zijn vrouw, werd van zijn broer verwacht dat hij met de weduwe zou trouwen en gold de eerste zoon uit dit huwelijk als zoon van de overleden echtgenoot (Deut. 25:5-10). Dit heeft opnieuw te maken met het belang dat werd gehecht aan zonen. Echtscheiding was alleen op initiatief van de man mogelijk (Deut. 24:1). De vrouw, die door haar huwelijk tot de familie van de man ging behoren, hoorde na echtscheiding weer bij de familie van haar ouders. De ongehuwde staat is in het Oude Testament slechts een opmaat tot het huwelijk, en geen nastrevenswaardig doel op zich.

Huwelijk in het Nieuwe Testament

Het Nieuwe Testament legt er meer de nadruk op dat het huwelijk is gebaseerd op liefde (Kol. 3:19) en stelt monogamie als norm. Jezus trekt de wetten van het Oude Testament nog verder door. Wanneer een van beide partners seks heeft met een ander, is dat in alle gevallen overspel. Zelfs flirten met een ander kan al als overspel gelden (Mat. 5:27-28). En alleen maar ‘omdat u halsstarrig bent’ heeft Mozes echtscheiding toegestaan (Marc. 10:5). In Matteüs 5:32 wordt overspel als grond van echtscheiding gezien. Paulus ziet ongehuwd leven omwille van het evangelie als een ideaal, maar alleen voor degenen die ertegen opgewassen zijn: het is beter te trouwen dan te branden van begeerte (1 Kor. 7).

Het hedendaagse romantische huwelijksideaal valt niet een-op-een samen met dat van het Nieuwe Testament, waar de liefde minder een gevoel is en meer een handelwijze en het huwelijk een rol speelt in de heiliging (Ef. 5:21-33). Het Oude Testament herinnert ons eraan dat het huwelijk deel is van bredere sociale verbanden en dat gearrangeerde huwelijken ook goed kunnen werken, zoals in sommige niet-westerse culturen ook wel bekend is. De ongelijke verhouding tussen man en vrouw laat slechts het patriarchale klimaat van die tijd zien en is geen deel van de ‘boodschap’ van het Oude Testament.